Flitsopdrachten

Welkom op deze pagina van het Flitshuis. Waarschijnlijk ben je hier terecht gekomen omdat je aanwezig bent geweest bij een lezing of hebt deelgenomen aan een workshop van het Flitshuis. Je vindt hier vier flitsopdrachten die gaan over beweging (dynamiek) in combinatie met het flitslicht. Tijdens de lezing en workshop hebben we het gehad over de lengte van een flits. Zoals de naam al doet vermoeden zal dat niet lang zijn. Deze korte flitsduur heeft zo zijn voordelen. Voordelen die je creatief in kunt zetten.

Met het flitslicht kun je een beweging bevriezen. Deze beweging kan zitten in het onderwerp, de fotograaf of een combinatie van deze twee. Het licht van de omgeving zal de beweging laten zien. Hoeveel beweging er te zien is hangt af van de snelheid van het onderwerp in combinatie met de ingestelde sluitertijd.

CONTRAST
Belangrijk is dat er voldoende contrast aanwezig is zodat de flitser goed zijn werk kan doen. Het licht van de omgeving (duurlicht) zit dus zoveel als mogelijk achter het onderwerp. Lees anders eerst nog eens, ‘de rede waarom je zou willen flitsen’, nog eens goed. Klik hier voor het eerste deel van mijn boek, ‘Rondleiding door het Flitshuis’. Hier vind je een duidelijke uitleg wat het doel is van een reportageflitser. Je vindt er ook een leuke flits-oefening en hoe je kan bepalen hoe groot het dynamisch bereik is van jouw camera.

Het is natuurlijk leuk als je bij deze opdracht de flitser manueel in kunt stellen. Maar heb je dat nog niet goed onder de knie maak dan gebruik van de TTL-stand van je flitser. Voor deze opdrachten dient wel de camera in de manuele stand te staan. Per opdracht geef ik een advies voor de sluitertijd. Kies daar zelf het juiste diafragma en ISO-waarde bij. Voel je vrij om van alle adviezen af te wijken als je het onder controle hebt. Laar je creativiteit de vrije loop.

Opdracht 1 – Rondje draaien
Op de foto kijken we naar een meneer die scherp op de foto staat. In de achtergrond zijn bewogen lampen te zien. Deze beweging is het gevolg van het draaien van de camera. Tijdens de sluitertijd wordt met de camera een klein rondje gedraaid.

  • Brandpuntsafstand: beetje groothoek 24 tot 50mm
  • Afstand: 1 tot 2 passen
  • Sluitertijd: 1 seconde (gaat het goed, probeer dan een kortere sluitertijd)
  • Stel scherp op het model
  • Begin nog voordat de foto gemaakt wordt met de camera kleine rondjes te draaien
  • Druk af, maar blijft met de camera doordraaien tot de opname klaar is

Opdracht 2 – Zoomen
Bij de tweede foto wordt er tijdens de sluitertijd uitgezoomd. Dit vergt enige oefening omdat je twee handelingen tegelijkertijd moet uitvoeren. Een geruststelling, door de flits zal je model altijd scherp zijn.

  • Afstand: 2 passen
  • Zoomobjectief: 20-70mm is ideaal. Maar het kan met ieder zoomobjectief
  • Sluitertijd: 1 seconde
  • Kies eerste gordijn synchronisatie en begin ingezoomd.
  • Stel scherp
  • Druk af en begin gelijk met uitzoomen
  • Lukt het niet gelijk, begin dan eerst met uitzoomen en dan tijdens het uitzoomen afdrukken

Opdracht 3 – Pannen (meetrekken)
Eigenlijk is deze techniek gelijk aan het pannen (meetrekken) zonder flits. Je doet dus hetzelfde maar nu met het flitslicht erbij. Ander verschil is de brandpuntsafstand. en daarmee ook de afstand tot het bewogen onderwerp. In de regel zie je bij het reguliere pannen, telelenzen. Hierdoor is de afstand tot het onderwerp groot. De reikwijdte van het flitslicht is beperkt. Daarom zal de afstand korter zijn met een groothoek of standaard objectief.

  • Brandpuntsafstand: 24 tot 50mm
  • Afstand 2 tot 3 passen
  • Sluitertijd: 1/15 (1/30 bij een snelle fietser)
  • Kies een vast scherptepunt of kies voor een instelling die de scherpte vasthoud op het onderwerp.
  • Beweeg soepel met de fietser mee, druk op het juiste moment af.
  • Blijf mee bewegen ook al is de foto al gemaakt.

Opdracht 4 – Snelheid meegeven
Voor deze opdracht is het belangrijk dat tweede gordijnsynchronisatie wordt ingesteld. Hiermee komt de beweging achter het onderwerp aan. Let op: Het kan zijn dat desondanks tweede gordijn is ingesteld de beweging voor het onderwerp zit. Canon camera’s zijn begrenst. Dit is bij camera’s van Canon het geval. Lees daarom goed het hoofdstuk over de flitser van de handleiding.

  • Afstand: 2 passen
  • Brandpuntsafstand: 24 tot 50mm
  • Kies een vast scherptepunt of kies voor een instelling die de scherpte vasthoud op het onderwerp.
  • Houd de camera stil

Wil je meer weten over het werken met een reportageflitser? Bestel dan mijn boek, ‘Rondleiding door het Flitshuis’. Meer informatie klik hier. Heb jij een lezing gevolgd bij een fotoclub gebruik dan de kortingscode voor de gratis verzendkosten. Code kwijt, stuur dan even een berichtje naar info@flitshuis.nl