Bij een workshop van het Flitshuis gaan we terug naar waar de flitser zijn naam aan te danken heeft, “flitsen”. Ik neem je mee door de basiskennis van de reportageflitser en daarbij gaan we alle hulpmiddelen die het flitsen makkelijker zouden moeten maken uitzetten. Zowel de flitser als de camera gaat in de manuele stand. Het is daarom belangrijk dat sluitertijd en diafragma geen onbekende voor je zijn

Als je gebruik gaat maken van een reportageflitser dan heb je altijd te maken met twee vormen van licht. Dat is het flitslicht van je flitser en het aanwezige licht. Je staat eigenlijk nooit in een geheel donkere ruimte. Er is altijd licht aanwezig. De één noemt dat omgevingslicht de ander, het aanwezige licht. Ook wordt er wel gesproken over natuurlijk licht. In het Flitshuis noemen we het “duurlicht”. Dit licht duurt voort en is voortdurend aanwezig. Het is de gehele sluitertijd aanwezig. En hoe vreemd het ook mogen klinken, dat duurlicht is in mijn ogen misschien wel de belangrijkste van de twee. Het licht wat al aanwezig is, is namelijk sfeer bepalend. De sfeer moet behouden blijven in een foto als je gaat flitsen. Hoe weinig dat omgevingslicht ook is, die moet je niet weg willen flitsen.
Wat gaan we doen tijdens de workshop? Nadat we alle eigenschappen van het flitslicht hebben doorgenomen gaan we het licht van de omgeving, het duurlicht, erbij halen. Volgens een eenvoudig stappenplan komen we tot een totale belichting van de omgeving en van het flitslicht. Als je jouw juiste belichting hebt gevonden geef ik je de handvatten om onafhankelijk op deze twee lichtsoorten te kunnen sturen. Wist je dat je drie mogelijkheden hebt om het duurlicht aan te passen en maar liefst vier voor het flitslicht?

Om niet te verdrinken in al deze instellingen heb ik het Flitshuis ontwikkeld. Het Flitshuis moet je zien als de bekende “belichtingsdriehoek” uit de basiskennis van de fotografie. Waar de driehoek alleen maar gaat over het duurlicht, met het Flitshuis heb je een model die naast het duurlicht ook het flitslicht in zich heeft.
Uiteraard willen we in de manuele stand ook de controle hebben over scherptediepte en dynamiek. Ook hier is het Flitshuis de routeplanner om alles onder controle te houden. Meer of minder scherptediepte? Het Flitshuis laat je precies zien hoe je dit kan doen en hoe je, als dat nodig is, een lichtsoort moet compenseren. Kortom, met het flitshuis kan je onafhankelijk sturen op het duurlicht en flitslicht en heb je de volledige controle op scherptediepte en dynamiek zonder de totale belichting te verliezen.
IEDEREEN KRIJGT EEN FLITSHUIS MEE VOOR IN DE FOTOTAS

De automaat van de flitser (TTL) komt ook aan bod. Hoe werkt deze automaat en hoe ben je eventuele missers van de automaat voor? Wat zijn de verschillen tussen TTL en manueel werken? Wij gaan het vooral handmatig leren. Er is op zich niets mis met de automatische stand van je flitser. Je kan hem in bepaalde situaties ook heel goed gebruiken. Zorg alleen wel dat je weet wat de automaat doet en dat je weet in welke situaties de automaat iets anders doet dan je zou willen. Dan weet je ook hoe je de automaat moet corrigeren. Over deze eigenschappen gaan we het zeker hebben.
Naast het theoretische deel gaan we natuurlijk ook de daad bij het woord voegen. We wisselen theorie af met drie blokken praktijk. We zijn maximaal met 4 of 5 personen. Zo heeft iedereen de tijd om de oefeningen te doen en begeleid te worden. We gaan in verschillende lichtsituaties, binnen en buiten, fotograferen waarbij we rekening houden met flitslicht en duurlicht. We gaan het duurlicht aanpassen zonder dat dit invloed heeft op het flitslicht. We gaan scherptediepte aanpassen, dynamiek toevoegen zonder de controle te verliezen over de totale belichting. Een scherp portretje uit de hand met een sluitertijd van een seconde? Je gaat het meemaken.

Het is ook goed om te weten wat we NIET gaan doen. We gaan GEEN mooie foto’s maken. Wel geef Ik de handvatten mee, waarmee je aan de slag kunt om die mooie foto’s te gaan maken. Het moduleren van het flitslicht is maar een klein onderdeel in de workshop. Een camera en een losse flitser zijn al voldoende om mee te kunnen doen. De flitser moet wel manueel in te stellen zijn. Ook enige voorkennis is wel een vereiste. Sluitertijd diafragma en ISO waarde mogen geen onbekende voor je zijn. Wel zijn er een paar leuke gadgets aanwezig voor de reportageflitser. Die mogen ook gebruikt worden. Standaards voor flitsers zijn ook aanwezig, even als parapluutjes. Maar nogmaals de rode draad is controle op flitslicht, duurlicht, scherptediepte, beweging e.d.